Tussendoortjes

Niet alle kinderen hebben behoefte aan tussendoortjes. Als je een tussendoortje aanbiedt, kies dan voor een gezond alternatief. Dat bevat veel essentiële voedingsstoffen en relatief weinig suiker en vet. Voor kleuters en lagere schoolkinderen bevat het niet meer dan 50 à 100 kcal.

Hoeveel tussendoortjes geef je?

Voor kleuters en lagere schoolkinderen volstaan meestal twee tussendoortjes.

Om tandproblemen te voorkomen, beperk je het aantal eetmomenten en de inname van suiker. Hoe meer maaltijden, hoe meer aanvallen op het tandglazuur en hoe meer kans op tandbederf (cariës). Te veel (calorierijke) tussendoortjes bederven bovendien de eetlust voor een volgende hoofdmaaltijd.

Welke voorzie je?

  • Vers fruit, fruitsalade zonder toegevoegde suiker of siroop, fruitbrochette.
    Geschild en gesneden fruit bewaar je het best afgedekt onderaan in de koelkast. Voorkom dat het fruit bruin kleurt door er een beetje citroensap over te sprenkelen. 
  • Magere of halfvolle melkproducten, calciumverrijkte sojaproducten zonder toegevoegde suiker, yoghurt, platte kaas, karnemelk, rijstpap.
    Yoghurt kan je op smaak brengen met wat vers fruit of fruitmoes. 
  • Ontbijtgranen in kleine porties, vezel-, rijst- of granenkoeken, peperkoek.
  • Bruine of volkoren boterham met mager beleg, beschuit, cracker, toast.
  • Rauwe groenten zoals kerstomaten, radijzen, wortelreepjes, komkommerschijfjes of bloemkoolroosjes.

Ter afwisseling

  • Fruit in blik, gedroogd fruit.
  • Gesuikerde melkproducten (bv. pudding, rijstpap) of sojaproducten, volle yoghurt, volle plattekaas. 
  • Koeken zoals speculaas, boudoirs, sommige granenkoeken, mueslirepen, droge koeken, gesuikerde ontbijtgranen.