Na de geboorte is borstvoeding de meest natuurlijke en beste manier om je baby te voeden. Het is een proces dat automatisch op gang komt en heel wat voordelen biedt voor moeder en baby.
Als je geen borstvoeding geeft, kies je voor een aangepaste zuigelingenvoeding. Deze is volledig afgestemd op de voedingsbehoefte van baby's.
Vanaf 4 à 6 maanden kan je overschakelen naar opvolgmelk of tweedeleeftijdsmelk.
Vanaf 4 à 6 maanden start je met vaste voeding. Bij borstvoeding wordt aangeraden om tot 6 maanden enkel moedermelk te geven.
Begin geleidelijk en laat je baby langzaam wennen aan de nieuwe vorm en smaak van het voedsel. Aanvankelijk zal je baby nog geen grote porties van de lepelvoeding eten. Geef daarom nog voldoende melk bij.
Je baby geeft zelf aan wanneer hij aan vaste voeding toe is. Typische signalen zijn:
Vanaf 6 maanden is vaste voeding noodzakelijk. Tegen dan is de ijzervoorraad van je baby ongeveer opgebruikt. Geef je baby groentepapjes om die opnieuw aan te vullen.
Melk blijft een belangrijk onderdeel van de voeding van je kind.