Bij een normaal eetgedrag verloopt de overgang van vloeibare naar vaste voeding in verschillende stadia.
Baby's
Van 6 maanden tot 1 jaar
- Vanaf 6 maanden is vaste voeding noodzakelijk en kan je je kindje leren om eten van een lepel op te nemen. Voor sommige kindjes is het even wennen aan de nieuwe vorm en smaak van voedsel. Het kan eventjes duren vooraleer dit gemakkelijk verloopt.
- Vanaf 8 maanden kan een kind brokjes vaste voeding leren eten, bv. een stukje brood of zachte voeding in kleine brokjes.
- Rond deze leeftijd kan je baby ook leren drinken uit een bekertje. In het begin verloopt dit wat moeilijk en wordt er vrij veel gemorst. Je baby heeft tijd nodig om deze nieuwe manier van drinken aan te leren. Je kunt het best kiezen voor een gewone beker in plaats van een tuitbeker omdat je baby dan het zuig-en slikpatroon beter aanleert.
Tussen 1 en 2 jaar
- Tussen 12 en 18 maanden leert je baby stukjes vast voedsel eten.
- In de loop van het tweede levensjaar ontwikkelt het eetgedrag van je kind zich meer en meer tot een volwassen eetgedrag. Je kind leert nieuwe smaken en verschillende voedingsmiddelen kennen. In het begin zal het nog een voorliefde hebben voor papjes en vloeibare voeding maar geleidelijkaan kan het mee-eten van de gezinsmaaltijd.
- Vanaf 18 maanden wordt een kind kieskeuriger. Het wil minder snel nieuwe dingen proeven. Om nieuwe smaken te leren kennen en appreciëren moet je de voedingsmiddelen minstens een tiental keer hebben aangeboden. Wil je kind het dan nog steeds niet, dan lust het het waarschijnlijk echt niet. De definitieve smaakvoorkeuren van een kind ontwikkelen zich tussen 3,5 en 6 jaar.
Meer informatie