Spelletjes in buiklig bevorderen de hoofdrechtingsreflex en liggen aan de basis van alle beweegvormen.
Vanaf drie tot vier maanden begint je baby te rollen. Hij doet dit eerst van buik naar rug en dan pas omgekeerd. Dit lukt pas vlot als je baby reeds veel in buiklig heeft gelegen. Het rollen wordt in gang gezet door de rolreflex.
Maakt je baby op vijf tot zes maanden nog geen aanstalten om te rollen, mag je hem wat helpen, bv. door zachtjes de rolbeweging mee in te zetten. Probeer dit langs beide kanten te stimuleren. Of door hem in een grote handdoek te rollen, en heel traag en rustig terug uit de handdoek rollen. Voer dit langs beide kanten uit. Zo oefen je meteen zijn evenwicht.
Ook babymassage is een sterke aanrader. Dit schept een sterke band tussen jou en je baby en stimuleert de gevoels- en motorische ontwikkeling. Door het hele lichaam van je baby aan te raken, geef je prikkels en stimuleer je het lichaamsbewustzijn.
Vergeet daarbij zeker niet de handen en de vingers, de voeten en de tenen zeer uitgebreid aan bod te laten komen. Dit bevordert later het gemakkelijk uitvoeren van fijne bewegingen.
Boek 'Stap voor stap. Hoe stimuleer je de motorische ontwikkeling van je kind?', Liesbeth Verhoeven, Lannoo, 2010.