Peuters kruipen rond en ontdekken de wereld. Tijd dus om te zorgen voor een gesloten traphekje zodat je kindje niet de uitdaging aangaat om alleen de trap op te kruipen.
Toch is een trap opkruipen een belangrijke vaardigheid die je je peuter onder begeleiding kunt aanleren. Het is een kruipvorm die je kind extra behendig maakt. Ook naar beneden kruipen met de buik gericht naar de trap is een vaardigheid die je vaak - en uiteraard onder begeleiding - moet oefenen vooraleer je peuter ze vlot beheerst.
Stilaan trekt je peuter zich op aan de meubels in huis. Tijd dus om even je woning te screenen op gevaarlijke situaties zoals tafelkleedjes met voorwerpen die naar beneden kunnen vallen.
Af en toe waagt je peuter ook zijn kans om alleen een stapje te zetten, en stap voor stap sterker te worden. Geef hem de tijd om dit op eigen tempo te doen. Laat je niet te vaak verleiden om zijn handjes vast te nemen en met hem rond te wandelen. Je peuter moet zelf stappen ondernemen om zich recht te trekken en te ‘cruisen’ langs de meubels. Anders kan je de ontwikkeling forceren.
Eenmaal je peuter kan lopen, lijkt het of hij niet meer rustig kan wandelen. Hij loopt de hele tijd in versneld tempo. Het rustige stappen komt later opnieuw terug, als hij lopen voldoende ontdekt heeft.
Heeft je peuter het stappen onder de knie, zal hij geleidelijk ook andere evenwichtsvormen uitproberen, zoals het op de tenen lopen of ronddraaien. Hoe meer kansen je je peuter geeft, hoe sterker hij dit kan ontwikkelen.
Ook dansen is een fantastische bewegingsvorm. Als je je peuter veel laat bewegen op muziek, ontwikkelt hij een basisritmegevoel. En dat is dan weer van belang voor een goede tijdsperceptie.
Laat je kind regelmatig uit de kinderwagen zodat hij kan meestappen en de natuur kan leren kennen. Door gras wandelen, op hobbelige wegen stappen, blaadjes oprapen, … zijn belangrijke prikkels voor de ontwikkeling.
Boek 'Stap voor stap. Hoe stimuleer je de motorische ontwikkeling van je kind?', Liesbeth Verhoeven, Lannoo, 2010.