Slaaphygiëne

Een goede slaapomgeving, de dag afbouwen en afsluiten met een vast slaapritueel bevorderen de nachtrust van je kind.

Dag afbouwen

Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen de ‘drukke dag’ en de ‘rustige nacht’. Door te zorgen voor een rustige overgang raakt je kind sneller in slaap-modus. Zet een kwartiertje voor bedtijd de televisie of computer uit. Samen een boekje lezen helpt te ontspannen.

Slaapritueel

Een slaapritueel bereidt je kind zowel fysiek als mentaal voor op de nacht. Het zorgt voor structuur en rust waardoor je kind sneller gaat slapen. Het slaapritueel is voor elk kind verschillend. Veel factoren spelen een rol zoals het karakter, het temperament, de leeftijd, de interesses van je kind en het aantal kinderen dat in de kamer slaapt. Pas het slaapritueel ook toe als je kind elders slaapt. Dit zorgt voor herkenbaarheid en vergemakkelijkt voor je kind het slapen in twee huizen.

Het juiste moment

Net als bij volwassenen, wordt ook bij kinderen de overgang van wakker zijn naar slapen, en omgekeerd, aangestuurd door verschillende ritmes. Kinderen zijn vlak voor het slapengaan gedurende korte tijd extra alert. Dan is het onmogelijk om in slaap te vallen. Stuur je hen in deze periode toch naar bed, kunnen er moeilijkheden ontstaan. Pas op het einde van deze periode beginnen de verschillende ritmes samen te werken en maakt het lichaam zich klaar om te gaan slapen. 

Een goede slaapomgeving

Een goede slaapkamer is: 

  • goed verduisterd (een klein nachtlampje kan je kind een veiliger gevoel geven);
  • goed verlucht;
  • niet te warm: 18° is ideaal;
  • stil;
  • zonder prikkels van speelgoed, tv of computer.
     

Veilig slapen

 

    Leg je baby om te slapen steeds op zijn rug. Op de buik liggen, kan de ademhaling van je baby belemmeren. Gebruik eventueel een slaapzak zodat hij zich niet gemakkelijk zelf op zijn buik kan draaien. Als je baby wakker is, leg je hem het best wel op zijn buikje om te spelen of rond te kijken. Zo voorkom je een afgeplat hoofdje en leert je baby andere spieren gebruiken en ontwikkelen.

    Rook niet in de omgeving van je baby. Mee-roken is erg gevaarlijk voor een baby. Het verhoogt het risico op wiegendood en de kans dat je baby astma ontwikkelt. Je baby zal ook sneller last hebben van een verkoudheid, bronchitis of een oorontsteking.

    Let erop dat je kindje het niet te warm krijgt en dat er voldoende luchtcirculatie in de kamer is.

    • Zorg dat de kamer niet te warm is. Tot de leeftijd van acht weken is 20° voldoende, vanaf acht weken wordt 18° aangeraden
    • Kleed je baby niet te warm aan. 
    • Gebruik geen kersenpitkussentje, warmwaterkruik of elektrisch dekentje. 
    • Zorg ervoor dat je baby tijdens het slapen niet onder een laken of deken komt te liggen. Gebruik liefst een aangepaste slaapzak met armsgaten, zonder laken of deken. Of leg je kindje in bed met de voetjes tegen het voeteneinde en dek het strak toe. 
    • Gebruik geen dekbed, want dit verhoogt de temperatuur in het bed. 
    • Zorg ervoor dat het hoofdje niet bedekt kan worden door lakens, knuffels of een hoofdkussen.
    • Verlucht de kamer regelmatig. 
    • Vermijd bedrandbeschermers of een hemelbed.
       
    • Gebruik een veilig bedje of wieg. Zorg voor een stevige matras die goed aansluit bij het bedje. Een babybedje hou je het best zo leeg mogelijk. Knuffels, fopspeenhouders, speelgoedjes of een mobile zijn gevaarlijk om in verstrikt te geraken. Voor de ontwikkeling van een goed slaapritme is het bovendien raadzaam dat je baby een duidelijk onderscheid leert maken tussen slaap- en speelomgeving. 
    • Neem de fopspeen weg zodra je baby slaapt en gebruik nooit een fopspeenketting in bed. 
    • Slaap nooit samen met je kind in bed of sofa. Dekens, dekbedden of kussens verhogen de kans op ongevallen, wiegendood en verstikking.
       
    • Ga regelmatig kijken naar je baby, zeker wanneer hij inslaapt na een stevige huilbui. Zeker tot zes maanden slaapt je baby bij voorkeur in de ruimte waar jij ook bent. Een babyfoon is niet voldoende. 
    • Zorg voor rust en regelmaat in het slaappatroon. Plotse veranderingen zoals een verhuis, druk bezoek of de eerst keer naar de kinderopvang kunnen het slaappatroon verstoren, met risico op wiegendood.
       

    Geef je baby geen geneesmiddelen met slaapverwekkende bestanddelen. Die laten je baby tediep slapen. Vraag raad aan je arts.

    Samen met je baby in een bed voor volwassenen of op de sofa slapen, wordt niet aangeraden. 
    Een veilige slaapomgeving is belangrijk om het risico op wiegendood en ongevallen te beperken. De zachte matras, het dekbed, kussen, lichaam van een volwassene en het ontbreken van spijlen, verhogen het risico
    Wil je toch je baby bij jou in bed nemen, hou dan rekening met volgende veiligheidsaanbevelingen:

    • Laat de baby niet alleen in het bed. 
    • Leg de baby:
      • niet tussen twee personen;
      • met het hoofd aan het hoofdeinde van het bed;
      • in rugligging op een stevige matras;
      • niet op een kussen, banaankussen of nestzak. 
    • Verwijder de kussens uit de buurt van de baby. 
    • Gebruik een slaapzak voor de baby of vervang het dekbed door een dun deken. En voorkom dat het beddengoed het gezicht van de baby kan bedekken. 
    • Zorg er voor dat de baby niet uit bed kan vallen, bijvoorbeeld door de matras op de lattenbodem op de grond te leggen. 
    • Geef de baby voldoende ruimte. Let er op dat hij niet gekneld kan raken tussen de matras en de muur, een nachtkastje of een bedhek.