Slaapmoeilijkheden

Er bestaan heel wat slaapmoeilijkheden. Ze worden ingedeeld in drie categorieën: moeilijkheden bij inslapen, bij doorslapen en bij opstaan.

Moeilijk inslapen

Stel een slaapritueel op voor je kind.
Kondig een halfuur voor de aanvang van het slaapritueel de bedtijd aan. Dat geeft je kind voldoende tijd om zijn spel af te ronden.
Geef tien minuten voor het einde een tweede teken. Nu weet je kind dat het echt tijd is om te stoppen met spelen.

Ga niet naar je kind als je boos bent, want dan treed je misschien te hard op.
Spreek een beurtrol af met je partner en wees beiden even consequent.
Praat zo weinig mogelijk met je kind.
Haal je kind niet uit bed.
Tracht te vermijden dat je kind bij jou in bed slaapt. Het wordt snel een gewoonte en kost moeite om het kind weer in eigen bed te laten slapen. Ook samen met je baby in bed slapen heeft nadelen.

Laat een nachtlampje branden of zet de deur op een kier.
Minimaliseer de angst van je kind niet. Toon begrip en laat je kind er overdag over vertellen of tekenen.
Blijf nog even in de buurt als je kind in bed ligt, door bijvoorbeeld de kamer ernaast op te ruimen.

Probeer duidelijk te maken dat het nog nacht is door zo weinig mogelijk te praten en het licht uit te laten.
Gebruik het laatste stukje van je slaapritueel. Sluit je meestal af met een liedje of stop je je kind ’s avonds altijd nog eens onder, doe dit dan ook ’s nachts. Hoe meer de situatie ’s nachts lijkt op die waarin het kind in slaap is gevallen, hoe gemakkelijker het opnieuw zal slapen.
Straf niet of wees niet boos. Een beloningssysteem kan daarentegen wel helpen. Negeer het ongewenste gedrag, maar beloon het positieve.

Stel je kind gerust, knuffel het en blijf tot het rustig is.
Laat de huilbuien niet escaleren, ze stoppen zelden of nooit vanzelf
Maak een beetje zacht licht. Dat helpt om je kind te doen beseffen dat het gewoon in de kamer is.
Als je kind zich de volgende dag nog de droom herinnert, kun je er geruststellend op terugkomen.

Verschuif de slaap. Verschuif systematisch de slaaptijd door je kind later in bed te stoppen. Als je je kind steeds tien minuten later in bed legt, kun je na enkele weken al een uurtje langer van je nachtrust genieten.
Doe alsof het nacht is. Als kinderen wakker worden, denken ze dat het tijd is om op te staan, ongeacht hoe laat het is. Door het licht uit te laten en zo weinig mogelijk te praten, kun je je kind mogelijk overtuigen dat het nog nacht is. Als je je slaapritueel afsluit met een knuffel of een slaapwel-zoen, kun je dit herhalen.
Gebruik een (slaap)wekker. Kinderen die de klok kunnen lezen, zien meteen dat het nog te vroeg is om op te staan. Bij kleinere kinderen kan je een slaapwekker gebruiken. De meeste werken met een leuk figuurtje dat slaapt of wakker is. Ouders stellen de wekker op het gewenste uur in en als je kind dan ’s nachts wakker wordt en ziet dat het figuurtje nog slaapt, weet het dat hij ook nog wat moet slapen.

Vervroeg de inslaaptijd. Net als volwassenen, voelen kinderen zich energieker wanneer ze voldoende geslapen hebben. Verschuif de bedtijd langzaamaan, met ongeveer tien minuten per keer.
Zoek uit waarom je kind niet meteen kan slapen. Ligt je kind 's avonds nog een tijd wakker? Zoek uit wat de oorzaak is, want zo mist het belangrijke slaapuren.
Zorg voor regelmaat. Als je kind op zaterdagavond twee uur later in bed ligt, zal het meestal geen twee uur langer slapen. Dus is het moe. Probeer je kind op vaste uren te laten slapen, ook in het weekend.
Pas je ochtendroutine aan. Zorg er 's ochtends voor dat het minder druk is. Misschien kan je ’s avonds al de ontbijttafel dekken en checken of de schooltassen in orde zijn? ’s Avonds douchen kan ook helpen, zo hoeven de kinderen zich ’s ochtends alleen op te frissen.
Is je kind 's ochtends moe, zorg dan ook voor zoveel mogelijk licht en sociaal contact.