's Nachts doorslapen

Het slaapritme van je kindje evolueert. Een pasgeborene maakt geen onderscheid tussen dag en nacht. Elk kind heeft zijn eigen tempo om vlot te leren doorslapen. Je kunt je baby leren om zelfstandig in slaap te vallen en ’s nachts door te slapen.

Slaapritme

Pasgeborenen slapen een groot deel van de dag en maken geen onderscheid tussen dag en nacht. 
Ze worden ’s nachts meerdere keren wakker. 

Tot de leeftijd van 2 maanden slaapt een baby gemiddeld 16,5 uur per dag. 
Hij wordt ongeveer om de drie uur wakker. 
De wakkere periodes zullen gedurende de eerste drie maanden geleidelijk toenemen van ongeveer 30 tot 75 minuten.

Vanaf 3 tot 6 maanden slaapt een baby gemiddeld 15 uur per dag. 
Dit meestal in blokken van ongeveer twee uur met daartussen een periode van ongeveer anderhalf uur wakker. 
Als je baby 3 maanden oud is, is hij overdag meer wakker en slaapt hij 's nachts meestal een langere periode door.

Een baby van 6 maanden slaapt gemiddeld 15 uur per dag. De meeste kinderen van die leeftijd kunnen ’s nachts al een periode van 6 tot 8 uur doorslapen. Het is pas op deze leeftijd dat je een kind kunt ‘leren’ doorslapen. 

Op 1 jaar slapen de meeste baby’s tussen de 11 en 12 uur per nacht. Het dag-nachtritme ontwikkelt geleidelijk. 
De baby zal geleidelijk ’s nachts langere periodes doorslapen en overdag vaak een ochtend- en een middagdutje doen.

Kinderen tussen 1 en 3 jaar slapen ’s nachts gemiddeld 10 tot 12 uur. Het ochtenddutje verdwijnt en vanaf 2 jaar zal ook het middagdutje geleidelijk afgebouwd kunnen worden. Als je kindje 's middags niet meer slaapt, is het mogelijk dat het 's nachts extra slaap nodig heeft. Kinderen tussen 3 en 6 jaar slapen gemiddeld 10 tot 12 uur per nacht, zonder middagdutje.

 

Leren zelfstandig in slaap vallen

  • Zorg voor een vaste en voorspelbare structuur. Dit helpt je baby om zich klaar te maken voor de nacht. Bouw de dag af met rustige activiteiten, praat op een rustige toon en maak het donkerder. 
  • Leg je baby wakker in bed, zodat hij alleen in slaap leert vallen. Doe dit ook overdag. Als hij dit zo van kleins af aan leert, voorkom je veel slaapmoeilijkheden. Omgekeerd geldt ook: wieg je hem elke avond in slaap, zal hij ‘s nachts telkens weer huilen tot je hem opneemt en in slaap wiegt. Dergelijke gewoontes zijn moeilijk af te leren.
  • Leer in te schatten wanneer je baby moe wordt (bv. geeuwen, oortje vastnemen, onrustig worden). Leg hem wakker in zijn bed zodra je deze signalen herkent.

 

Basisregels om goed door te slapen

  • Zorg voor een goede slaapomgeving voor je kind.
  • Bouw de dag rustig af zodat de overgang van wakker naar slapen geleidelijk verloopt.
  • Stel een dagelijks terugkerend slaapritueel op.  
  • Zorg voor rust en regelmaat.

  • Focus niet op het gedrag dat je liever niet meer ziet bij je kind, maar zoek uit wat wel het gewenste gedrag is. Als je kindje veel treuzelt tijdens het slaapritueel, is het gewenste gedrag dat je kind vlot de stappen in het slaapritueel doorloopt. 
  • Zeg aan je kind duidelijk welk gedrag je verwacht en niet enkel welk gedrag je niet wil zien. 

  • Soms is het moeilijk om een slaapprobleem juist in te schatten. Ouders overschatten vaak hoelang een kind huilt en onderschatten hoeveel nachtrust daarmee verloren gaat. Een slaapdagboek kan inzicht geven. 
  • Registreer hoe het slapen verloopt, hoe je als ouder reageert en welk effect dit heeft op het kind. Aan de hand van dit overzicht kan je nadenken waarom het slapen moeilijker ging.

  • Wees consequent
    Kies samen met je partner een manier om met slaapmoeilijkheden om te gaan. Hou je hier goed aan. Door allerlei dingen door elkaar uit te proberen, wordt het voor het kind onduidelijk: uit bed komen, betekent een extra verhaaltje of koek, maar soms ook een heel boze mama.
  • Ga ervan uit dat het eerst slechter wordt
    Als je kind slaapmoeilijkheden heeft, zullen de problemen niet onmiddellijk opgelost zijn. Om een systeem te laten slagen, moet je het minstens twee weken strikt volhouden. Vaak zal het gedrag eerst verergeren. Kies daarom een rustige periode om te starten. Zo kun je je eigen slaaptekort - en dat van je huisgenoten - opvangen. 
  • Kies een partner-in-crime
    Dit kan je partner zijn, maar ook andere mensen zoals grootouders of vrienden. Zorg er wel voor dat jullie dezelfde lijn aanhouden. 
  • Focus op het positieve
    Ook al ben je moe of maak je je zorgen, probeer ook het positieve te zien. Bevestig je kind in wat het wel goed doet. Daarvoor is een beloningssysteem ideaal zoals een extra verhaaltje lezen of een stickerblad.