Leren praten

Als ouder kijk je uit naar de eerste woordjes van je kind. Stap voor stap leren peuters steeds beter praten. Wil je hen extra stimuleren? We geven je zes tips om beter en meer met je peuter te praten.

Praat met je peuter

Praat met je peuter in eenvoudige, korte zinnen. Benoem wat je ziet en herhaal de woorden telkens in een andere zin. Zoals: 'Kijk, een bal. Een rode bal. Daar op het gras. Zullen we met de rode bal spelen?' 

Gebruik correcte taal

Maak zelf volledige en correcte zinnen. Brabbel je peuter niet na. Zeg bijvoorbeeld niet ‘Heb je boem gedaan?’, maar zeg: ‘Ben je gevallen? Heb je pijn?’. 

Herhaal je peuter

Je peuter praat zelf al veel. Speel hierop in. Herhaal wat hij zei en voeg er nog iets aan toe. Peuter: 'Poppemie in bedje.' Ouder: 'Heb jij je pop in bed gelegd? Zullen we samen een slaapliedje zingen?'

Verbeter geen fouten

Je peuter op taalfouten wijzen of verbeteren, heeft geen zin. Je kunt beter de juiste benaming in je reactie inbouwen. Je kind pikt dan spontaan de juiste woorden op. Peuter: 'Ikke gewint!' Ouder: 'Heb jij gewonnen? Bravo!'

Wijs samen plaatjes aan

Om de woordenschat uit te breiden, kun je met je peuter in prentenboeken of magazines bladeren. Wijs plaatjes aan en benoem ze. Of vraag je kind om de benoemde voorwerpen of dieren aan te wijzen. Bijvoorbeeld: ‘Waar is de koe?’

Kijk samen naar tv of apps

Er bestaan heel wat goede tv-programma's of apps voor peuters. Ontdek ze samen met je kind. Op die manier kan je peuter nog meer bijleren. Geef uitleg over wat jullie zien en praat er samen over.