Mentale gezondheid

Kinderen brengen vreugde en geluk, maar ook momenten van stress en druk. Zeker wanneer je voor het eerst mama of papa wordt, is het ouderschap een zoekproces.

Postnatale depressie

Vijftig tot tachtig procent van de vrouwen heeft van de derde tot de tiende dag na de bevalling last van prikkelbaarheid, nervositeit en spontane huilbuien. Meestal gaan deze zogenaamde babyblues vanzelf over. Bij ongeveer tien procent onder hen blijven de sombere stemming, prikkelbaarheid en neerslachtigheid langer dan tien tot veertien dagen aanslepen. Dit moet niet meteen als een postnatale depressie (of postpartum depressie) worden bestempeld, maar men moet er wel alert voor zijn. Dergelijke depressie begint meestal binnen de zes weken na de bevalling en vertoont gelijkenissen met andere vormen van depressie. 

Naast de mama kan ook de partner een postnatale depressie hebben.

    • Sombere stemming
    • Gebrek aan interesse en initiatief
    • Weinig plezier beleven aan de baby
    • Huilbuien
    • Concentratieproblemen, verwardheid en vergeetachtigheid
    • Weinig zelfvertrouwen en het gevoel niets waard te zijn
    • Extreme vermoeidheid en lusteloosheid
    • Neiging tot piekeren

    De somberheid, futloosheid en het gebrek aan blijdschap over de baby staan in schril contrast met de verwachte roze wolk. Veel vrouwen voelen zich daarom heel schuldig of schamen zich hiervoor en ontkennen hun gevoelens. Daarom is het belangrijk dat je de klachten ernstig neemt en erover praat met je omgeving. En neem vooral voldoende tijd voor jezelf, met en zonder je baby. Als de klachten blijven aanhouden, is het belangrijk ook professionele hulp in te roepen en raad te vragen aan je huisarts of psychotherapeut.

    De komst van je baby doet je leefwereld even daveren. Je moeder- of vadergevoel overvalt je niet per se meteen. Het wordt praktisch drukker en je relatie kan ook even onder druk komen te staan. En dan verlang je wellicht soms weer naar de rust van weleer. Het is niet zozeer opnieuw een stabiel evenwicht vinden, maar wel voortdurend balanceren. Leer je kindje en diens eigenaardigheden kennen. Gun jezelf hiertoe gewen-tijd om je aan te passen en ruimte tot groei, met vallen en opstaan. Mama of papa, dat ben je niet, dat word je. Durf vertrouwen: je komt er wel.

    Zorg ook goed voor jezelf en elkaar als koppel. Gelukkige ouders maken gelukkige kinderen. Deel wat er in je omgaat met anderen: met je eigen moeder of vader, een goede vriend(in), andere mama’s of papa’s, … Je zal merken dat ook zij fijne en minder fijne momenten beleven. Het is normaal dat je je soms wat somber of lusteloos voelt of zaken in vraag stelt, zoals je eigen relatie met je ouders bijvoorbeeld. Je moet daar wel zelf door, maar daarom niet alleen.

    Parentale burn-out

    Een bomvol takenpakket als ouder, hoge verwachtingen en de constante vergelijking met andere ouders kunnen leiden tot stress. Je kunt niet even vakantie van je gezin nemen, je moet er altijd voor hen zijn. Als je daarnaast ook geen voldoening meer haalt uit het ouderschap en je weinig kunt genieten van de leuke kanten van het ouderschap, leidt dit tot een opgebrand gevoel. 

    Uit onderzoek blijkt dat dertig procent van de Vlaamse ouders af en toe gevoelens van parentale burn-out ervaart. Vijf procent van hen ervaart deze gevoelens wekelijks; vier procent zelfs dagelijks.

      Parentale burn-out ontstaat niet plots, maar is een proces. Voor je in een parentale burn-out zit, zijn er een aantal signalen waar je je bewust van kunt zijn: 

      • een toenemende zelfopoffering
      • frustraties uitgelokt door kleine dingen
      • energieverlies

      Uitgeput zijn in je rol als ouder is een eerste fase van parentale burn-out. Dit kan zowel emotioneel (het niet meer zien zitten), cognitief (niet meer helder nadenken) als fysiek (vermoeidheid) zijn.
      Het verlies aan plezier om ouder te zijn en dingen samen met je kinderen te doen is de volgende fase. Je schenkt minder aandacht aan je kinderen en hebt minder interesse in hun leven. Er ontstaat een emotionele en fysieke afstand tussen jullie: vervreemding. 

      • Leg de lat niet te hoog.
      • Over opvoeden bestaan heel wat tips en aanbevelingen. Ga enkel aan de slag met de tips waar je je goed bij voelt. 
      • Vergelijk jezelf niet te veel met andere ouders. Praten met andere ouders kan helpen om opvoedingsverhalen te delen. Posts op sociale media zijn vaak mooier voorgesteld dan de werkelijkheid. 
      • Bedenk over welke zaken je als ouder dankbaar bent. Welke momenten van geluk hebben je kinderen je al gebracht? Dat gaat niet alleen over 'grote dingen', maar ook over eenvoudige dagelijkse momenten zoals samen iets doen, helpen met huiswerk, luisteren na ruzie op school of lievelingseten klaarmaken. En niet te vergeten: een liefdevolle sfeer.
      • Ook op moeilijke dagen zijn er dingen die jij als ouder goed aanpakte. Neem bijvoorbeeld een bokaal en stop er dagelijks een blaadje in met: 'Vandaag ben ik erin geslaagd om …mijn kind te kalmeren in een crisissituatie… omdat ik …mijn geduld kon bewaren…'. 
      • Bewaar evenwicht tussen je rol als ouder, partner, vriend(in) en collega. Vermijd om zodanig veel te investeren in je identiteit als ouder dat je onvoldoende energie of tijd ervaart voor de andere rollen. 
      • Vraag tijdig hulp en steun van anderen bij het ouderschap. Denk hierbij aan je partner, je ouders, vrienden, buren, onthaalmoeder of een babysit. 
      • Wees aandachtig voor dagen dat je het gevoel hebt onder druk te staan of je er alleen voor staat. Die dagen ga je minder goed om met stress en heb je mogelijk minder geduld met je kinderen. Schakel een hulplijn (partner, ouder) in en communiceer zo open mogelijk.

      Ervaar je gevoelens van parentale burn-out? Ga dan zeker langs bij je huisarts of een psycholoog. Ze zijn een vertrouwenspersoon en opgeleid om jou zo goed mogelijk te helpen.