SkoebidoePas geborenOuder

Fabels over borstvoeding


Er circuleren heel wat fabels en halve waarheden over borstvoeding. We zetten er zeven op een rij en weerleggen ze meteen met de correcte informatie.

Fabel 1: een glas bruin bier is goed voor de borstvoeding

Het aloude advies dat bier de melkproductie stimuleert, is fout. Want alcohol houdt integendeel het toeschieten van de melk tegen. Omdat alcohol via de moedermelk bij de baby terechtkomt, remt dit zijn ontwikkeling. Bovendien kan de baby slaperig worden van alcohol en daardoor niet veel zin hebben om te drinken. 

Daarom mijd je het best alle alcoholische dranken tijdens de borstvoedingsperiode. De vitamines B die in bruin bier aanwezig zijn, zitten ook in bruin brood, vlees of noten. En dit zonder schadelijke effecten voor de baby.

Fabel 2: van borstvoeding krijg je slappe borsten

De borsten veranderen door de zwangerschap, níet door borstvoeding te geven. Als je zwanger bent, wordt het vetweefsel in je borsten gedeeltelijk vervangen door melkklierweefsel. Als je geen borstvoeding geeft, slinken je melkklieren maar is de huid van de borsten wel al uitgerekt. Of je al dan niet borstvoeding geeft, heeft dus geen invloed op het krijgen van slappe borsten. 

Of je borsten gaan hangen is ook een kwestie van aanleg. Meestal gaan grote borsten eerder hangen dan kleine. Zorg daarom steeds voor een goed ondersteunende beha.

Fabel 3: borstvoeding maakt je moe

Zorgen voor een baby vraagt veel energie, of je nu borstvoeding geeft of niet. Tijdens de borstvoeding komt het hormoon oxytocine vrij. Dit werkt rustgevend waardoor je je wat loom kan voelen. Daardoor bouw je op een natuurlijke manier de nodige rustmomenten in.

Fabel 4: met grote borsten lukt borstvoeding beter

Melkproductie heeft niets te maken met de vorm of grootte van je borsten. Vrijwel iedere gezonde vrouw kan genoeg melk produceren om haar kind voldoende te voeden. Meestal komt een geringe melkproductie omdat de baby in de eerste week na de bevalling te weinig aan de borst is gelegd om te drinken. 

Leg je baby vaker aan en laat hem de borst goed leegdrinken, dan zullen je borsten meer melk aanmaken. Komt de melkproductie spontaan onvoldoende op gang, kan dat extra gestimuleerd worden door af te kolven.

Fabel 5: wie borstvoeding geeft, moet anders eten

Je behoudt het best de gezonde eetgewoonten die je tijdens de zwangerschap aannam. Als je evenwichtig en gevarieerd eet, hoef je niets te veranderen. Bovendien eet de baby al gedurende negen maanden met jou mee. Het zou dus geen goed idee zijn om plots je eetgewoonten te veranderen, voeding te laten of extra voeding te nemen. Alcohol mijd je beter. Die komt via de moedermelk bij je baby en kan hem schaden.

Fabel 6: borstvoedingskinderen worden nooit ziek

Natuurlijk zijn kinderen die borstvoeding krijgen ook wel eens ziek. Het tegendeel zou te mooi zijn. Ze zijn wel gemiddeld genomen minder vaak ziek dan kinderen die flesvoeding krijgen. En als ze ziek worden, zijn ze doorgaans minder erg en minder lang ziek omdat de moedermelk hun afweersysteem extra ondersteunt.

Fabel 7: borstvoedingskinderen slapen minder snel door

Doorslapen verschilt van baby tot baby. Moedermelk is lichter verteerbaar dan kunstvoeding. Daarom hebben borstvoedingskindjes meer voedingen nodig. 

Toch blijkt uit onderzoek dat ouders van borstvoedingskindjes veertig tot vijftig minuten langer slapen en minder slaaponderbrekingen kennen dan ouders die ’s nachts flesvoeding geven. Dit vergt gemiddeld meer tijd omdat je uit bed moet om een flesje klaar te maken.

Meer informatie

Meer informatie over borstvoeding vind je bij Kind en Gezin of bij de expertisecentra kraamzorg.

Ga ook naar