SkoebidoePas geborenOuder

Hoe werkt borstvoeding?


Borstvoeding geven, moet je leren. Daarom zijn een goede voorbereiding en begeleiding belangrijk voor een goede start.

Tijdens de zwangerschap

Al tijdens de zwangerschap worden de borsten voorbereid om borstvoeding te geven. Ze worden meestal groter, zwaarder en gevoeliger door een toename van het klierweefsel dat na de bevalling zal zorgen voor de melkproductie. Vermijd ongemakken met een aangepaste beha die niet knelt. 

De tepel en tepelhof (de bruinroze kring rond de tepel) worden groter en donkerder. Op de tepelhof scheiden de talgkliertjes (die eruitzien als kleine puntjes) een vetachtige substantie af die een natuurlijke bescherming biedt om de tepel en tepelhof soepel en gezond te houden. Met zeep was je die vetlaag weg. Dat is dus geen goed idee. 

Vanaf de vijfde maand van de zwangerschap wordt colostrum, de eerste melk voor je baby, aangemaakt. Het kan zijn dat je vochtverlies uit de tepel merkt, maar dat is niets om je zorgen over te maken.

Na de geboorte

Vlak na de geboorte is een baby het meest alert en wakker, en vertoont hij een sterke zuigreflex. Daarom is het aan te raden de baby meteen na de bevalling huid op huid op de buik van de moeder te leggen. Hij zoekt zelf met zijn mondje naar de borst en zal spontaan beginnen happen en zuigen. Als je binnen het uur je baby kan voeden, zal de borstvoeding beter op gang komen. 

Door de geboorte en het gezuig van je baby komt de aanmaak van melk na een paar dagen op volle kracht. Er stroomt meer bloed naar je borsten om bouwstoffen voor de melk te leveren. De plotse toename van bloed en melk zorgt vaak voor gespannen en pijnlijke borsten, en soms zelfs een verhoogde temperatuur en/of hoofdpijn. Dat proces heet stuwing en kan erg pijnlijk zijn. 

Te pijnlijke stuwing kan je voorkomen door:

  • de baby tijdens de eerste week vaak aan te leggen; 
  • je borsten te masseren tijdens de voeding (vooral op plaatsen waar de borst harder aanvoelt);
  • de borst goed te laten leegdrinken;
  • warmte op de borst (een warme douche, een warm washandje): bevordert een vlotte doorstroming van de melk;
  • koude op de borst na de voeding: kan helpen om de stuwing te verminderen en zo de pijn te verlichten.

Stuwing komt ongeveer op de derde dag, wanneer je doorgaans terug naar huis gaat. Daarom plan je het best een bezoek van een vroedvrouw tijdens je eerste dagen thuis. Ze helpt je bij het aanleggen, geeft raad en zoekt antwoorden op je vragen en onzekerheden.

Hoe aanleggen?

  • Zet je in een gemakkelijke houding en leg je baby met zijn buik tegen jouw buik met zijn oortje, schouders en heupjes op een lijn. 
  • Zorg dat het neusje van je baby ter hoogte van je tepel ligt. 
  • Kriebel zijn bovenlipje met je tepel zodat hij zijn mondje wijd opent. Breng dan zijn hoofdje naar je borst. 

Het is belangrijk dat je baby een groot deel van de tepelhof in zijn mondje neemt. Zuigt je baby enkel op je tepel, dan komt er zo goed als geen melk en voel je pijn. Zo krijg je letsels aan je tepel. Neem je baby dan van de borst door een pink tussen je borst en zijn mondhoek te steken, en leg hem opnieuw aan. 

Je baby ligt goed aan als:

  • zijn onderlip naar buiten gekruld is:
  • hij ritmisch en met diepe teugen zuigt;
  • hij een groot deel van je tepelhof in zijn mondje heeft.

Verloop van de voeding

Je baby zal eerst snel zuigen om de zenuwuiteinden in de tepel en tepelhof te prikkelen. Daardoor komt het hormoon oxytocine vrij in de hersenen. Dat zorgt voor de toeschietreflex: het krachtig samentrekken van de spieren rond de melkkliertjes waardoor de melk door de melkkanaaltjes naar de tepel geperst wordt. Dit geeft een prikkelend gevoel in beide borsten. Een goed paar kompressen helpt om eventuele lekken op te vangen. 

Emoties zijn bepalend voor de aanmaak van oxytocine. Vermoeidheid, angst, ruzie of twijfels kunnen de toeschietreflex afremmen. Zorg dus dat je rustig bent en in een rustige omgeving kan voeden. 

Zodra de melk stroomt, drinkt je baby en zuigt hij traag en krachtig. Je hoort hem echt slikken. Laat hem lang genoeg drinken. Zo heeft hij zeker de vetrijke melk mee die meer op het einde van de voeding komt. Die melk levert hem energie om te groeien en geeft hem een verzadigd gevoel. Je baby lost spontaan de borst wanneer hij genoeg gedronken heeft. 

Voor een vlotte melkproductie is het belangrijk dat je baby de eerste borst goed leegdrinkt. Daarna, of als hij voldaan is bij een volgende voeding, bied je hem de tweede borst aan. Start elke voeding altijd met de borst die je baby de laatste keer niet of onvolledig heeft leeggedronken.

Wanneer voeden?

  • Voed de baby op zijn vraag
    Je merkt aan je baby dat hij honger krijgt: hij likt aan zijn handjes en lipjes, draait zijn hoofdje en zoekt de borst, balt zijn vuistjes. Pas na een tijdje begint hij echt te huilen. Leer je baby kennen en leg hem op tijd aan. Een huilende baby aanleggen is moeilijker. 
  • Hoe vaak voeden in 24 uur?
    Elke baby is anders. Leg de baby de eerste drie dagen zoveel mogelijk aan. Zo oefent hij zijn drinktechniek en komt de borstvoeding goed op gang. Tijdens de eerste weken zijn acht tot twaalf voedingen per 24 uur normaal. Meer mag altijd. Ook nachtvoedingen zijn, vooral in de eerste weken na de geboorte, belangrijk. 
  • Drinkt mijn baby genoeg?
    Je weet nooit exact hoeveel je baby drinkt, maar je kan ervan uit gaan dat je baby genoeg drinkt als:
    • je merkt dat hij ritmisch zuigt en slikt tijdens de voeding;
    • hij minstens zes plasluiers per dag heeft en zijn urine kleurloos tot lichtgeel is;
    • hij regelmatig stoelgangluiers heeft;
    • hij er tevreden uitziet na het voeden. 
    Regelmatig wegen is niet nodig en kan zelfs leiden tot nodeloze ongerustheid. Leg je baby aan als hij erom vraagt en ga ervan uit dat hij drinkt naar zijn behoefte.
  • Hoelang duurt een voeding?
    Er bestaat geen standaardtijd. Laat je baby zuigen tot hij verzadigd is en spontaan de borst loslaat.

Wat als het niet lukt?

Borstvoeding kan ook mislopen: de baby weigert de borst, valt altijd in slaap, komt niet genoeg aan en geeft veel melk terug, je borsten of tepels doen pijn of kleuren rood, je bent heel vermoeid, ... Veel moeders denken dan dat ze niet genoeg melk hebben. Nochtans kan 98 procent van de vrouwen borstvoeding geven. Doorgaans is er dus geen lichamelijke oorzaak voor de problemen. 

De juiste techniek om je baby aan te leggen is belangrijk om problemen te voorkomen. Daarom: informeer je en laat je de eerste keren helpen door een vroedvrouw of lactatiekundige. Praat met je partner over je ervaringen. Rust is geen luxe, maar een noodzaak als je net moeder bent geworden. 

Spreek een vroedvrouw, lactatiekundige of arts aan met je vragen of klachten. Zeker als je koorts krijgt, je tepels pijnlijk aanvoelen en rood of paars kleuren, of als je borsten erg gezwollen en pijnlijk zijn. Zij kunnen je geruststellen of de juiste adviezen geven om de borstvoeding opnieuw vlot te laten lopen. Volg hun raad en behoed je voor de vele goedbedoelde raadgevingen uit je omgeving. 

Meer informatie

Meer informatie over borstvoeding vind je bij Kind en Gezin of bij de expertisecentra kraamzorg.

Ga ook naar