Een pasgeboren baby reageert enkel met reflexen op prikkels van buitenaf. Zo zal een geluidsprikkel het hoofd van een baby doen draaien naar de geluidsprikkel toe. Tegelijk laat de baby specifieke bewegingspatronen zien, bv. als hij zijn hoofdje draait, strekt hij zijn arm aan die kant en buigt hij zijn arm aan de andere kant. Deze reflex laat een baby zien tot ongeveer de leeftijd van zes maanden. Daarna kan hij zijn hoofdje draaien zonder dat zijn armen mee bewegen.
Plaats de wieg in het midden van de kamer. Zo kan het geluid je baby langs beide kanten bereiken. Staat de wieg in een hoek, dan is er kans dat de baby zijn hoofdje aanzienlijk meer naar een kant draait in plaats van afwisselend naar beide kanten.
Leg tijdens wakkere periodes je baby regelmatig in buiklig, ook al is hij nog maar een paar dagen oud. Buiklig stimuleert immers de motorische ontwikkeling. Door baby’s veel op hun buik te laten spelen, versterken zowel hun hoofd en nek als hun arm- en rugspieren.
Bouw de periodes in buiklig langzaam op van een tiental seconden tot meer dan twintig minuten.
Buiklig kan je op een eenvoudige en aangename manier stimuleren. Sommige baby’s, vooral deze die met een keizersnede of na een zware bevalling geboren zijn, liggen immers niet graag in buiklig.
Boek 'Stap voor stap. Hoe stimuleer je de motorische ontwikkeling van je kind?', Liesbeth Verhoeven, Lannoo, 2010.