Spelen doet groeien

Bewegen en spelen zijn belangrijk voor de motorische ontwikkeling van je kind. Daarnaast leggen ze ook de basis voor de hersenontwikkeling en beïnvloeden ze de taal-, cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling. 

Peuters en kleuters moeten elke dag minstens drie uur bewegen.

Activiteiten zoals lopen, klauteren, glijden en trappen lopen bevorderen de ontwikkeling van de grove motoriek. 

Ook spelletjes waarbij de fijne motoriek (bewegingen met handen en vingers) geoefend wordt, zijn van groot belang. Door met losse, natuurlijke materialen te spelen, leert je kind voelen, hanteren en experimenteren. Ook een bal of ballon gooien en vangen, is een belangrijke vaardigheid die je met een spelletje kan inoefenen.

Je kind heeft nood aan spelen en actief bewegen. En dit liefst meerdere keren per dag. Door dingen uit te proberen, na te doen en te herhalen, leert je kind bij. Geef het dus voldoende ruimte om te oefenen en stimuleer het om ook te experimenteren. 

Laat je kind gerust zijn gang gaan en wees niet te bang als het bijvoorbeeld zelf op de trap van de glijbaan wil klimmen. Je peuter leert vooral door het zelf te doen. Op die manier bouw je niet alleen mee aan de motorische ontwikkeling van je kind, maar stimuleer je ook zijn zelfredzaamheid en ondernemingszin. 

Speel regelmatig mee en daag je kind uit om te spelen en bewegen. Maak van het samen spelen een gezellig moment waarvan je beiden geniet. Laat je fantasie de vrije loop tijdens het spel. Want als je kind plezier heeft in wat het doet, leert het elf keer sneller.

• Klauteren
  Laat je peuter zelfstandig in en uit de zetel klauteren terwijl je steeds vlakbij blijft om te helpen waar nodig. Zo stimuleer je niet alleen de zelfredzaamheid van je kind, maar traint het ook zijn motorische vaardigheden. 
• Wandelwagen
  Zet je peuter niet steeds in de wandelwagen als je naar buiten gaat. Neem hem bij kleine verplaatsingen bij de hand en wandel samen. Zodra je kind zelf kan stappen, bouw je het gebruik van de wandelwagen beter zoveel mogelijk af. 
• Trappen
  Til je peuter niet steeds op als hij een trap moet nemen. Laat hem dit zelfstandig doen en blijf achter hem om te helpen waar nodig. 
• Vallen mag
  Gun je peuter de ervaring van het vallen. Zo leert hij wat evenwicht is en hoe hij vallen kan voorkomen. Schrik ook niet te erg als je peuter valt, maar kijk eerst hoe hij reageert. Als hij merkt dat jij schrikt, denkt hij onmiddellijk dat hij dit ook moet doen en zal hij beginnen huilen. 
• Spelen met de bal
  Pas als je kindje over een goed evenwicht beschikt, zal het kunnen spelen met een bal. Peutertjes zullen een bal gooien en vangen met twee handjes samen. Pas veel later kan dit met één handje.
• Buiten spelen
  Laat je peuter zoveel mogelijk buiten ravotten. Want buiten kan er zo veel meer dan binnen. Laat slecht weer geen belemmering zijn, op voorwaarde dat je aangepaste kledij voorziet. Je moet zeker niet altijd speciale dingen doen.
  Te voet of met de loopfiets naar de bakker gaan, is al erg leuk. 

CM organiseert de workshop ‘Peuters in Actie’ voor (groot)ouders en hun (klein)kinderen. Hij geeft je een brede waaier aan spelimpulsen en beweegtips waarmee je thuis makkelijk aan de slag kan. Het is een leuk spelmoment voor ouders en hun kinderen. 

Surf naar www.cm.be/agenda voor meer informatie