Routine + ritueel = vlot slapende peuter

Op het einde van de dag je peuter in bed krijgen, kan een uitdaging zijn. Want hoe krijg je zo’n drukke dreumes uitgelegd dat het tijd is om naar bed te gaan? Lien Delamillieure en Anoek D’hoop, slaapexperts bij SHIFT, zweren bij een goede slaaproutine en dito slaapritueel.

‘Voorspelbaarheid, daar staat of valt alles mee’, zo steekt Lien van wal. ‘Wanneer gaat een peuter in strijd? Als die voelt dat er rek zit op de grenzen. Als die er een voordeel uit kan halen.’ 

‘Bij peuters waar het slapen moeilijk gaat, merken we dat een routine en een slaapritueel installeren veel oplost. Het zijn twee dingen waarmee je het snelst slaapwinst boekt. En het kost weinig moeite.’
 

Routine

‘Als we het over routine hebben, gaat het over het moment waarop je peuter gaat slapen’, vertelt Anoek. ‘Die routine moet afgestemd zijn op de dag en wordt bepaald door de biologie van je lichaam.  Je lichaam moet klaar zijn om vlot in slaap te vallen. We weten dat de meeste peuters gebaat zijn bij een vroege bedtijd. En dat ze best altijd rond hetzelfde moment naar bed gaan.’
Wat dat precieze uur is, vraagt wat zoek- en experimenteerwerk van de ouder. 

‘Peuters die bijvoorbeeld ‘s morgens vroeg wakker worden,’ vult Lien aan, ‘zijn vaak vermoeid. Die gaan te laat slapen. Die kinderen hun bedtijd vervroegen, lost heel vaak het probleem op.’
 

Slaapwel tuin!

Een vaste bedtijd dus. Maar je peuter weet natuurlijk niet wanneer het zeven uur ‘s avonds is. Door een vast slaapritueel te doorlopen, maak je je kind duidelijk wanneer het de speelmat moet inwisselen voor zijn bed. 
Anoek: ‘Met zo’n ritueel doorloop je elke avond een aantal vaste stappen zodat je peuter zich mentaal voorbereidt om te gaan slapen.’

‘Dat is de pyjama aantrekken, tanden poetsen, een deken of een knuffel pakken. Hoe je dat voor de rest invult, speelt niet zo’n grote rol, zolang je alles in dezelfde volgorde doet. Maar wat wel belangrijk is, is afscheid nemen. Als een peuter niet wil gaan slapen, is dat niet omdat die niet graag slaapt, maar omdat die niet graag afscheid neemt. Zeker als die plots uit zijn spel wordt geplukt. Kondig daarom ook altijd aan dat het bijna tijd is om naar bed te gaan. En neem dan ook letterlijk afscheid van iets. Dan kan een foto van het gezin zijn of eens zwaaien naar de tuin. Zodat je kind weet: de dag loopt op zijn eind. Dat consequent volhouden, helpt je kind om makkelijker naar bed te gaan.’
 

Tenen poetsen

Een slaapritueel duurt volgens Lien zo’n twintig à vijfentwintig minuten. ‘Al hangt dat af van kind tot kind. Sommige peuters hebben tijd nodig om even te ontladen, anderen veel minder.’

Om alles gesmeerd te laten lopen, geef je je peuter best het gevoel in controle te zijn. ‘Geef je kind veel keuzemogelijkheden. Welke pyjama wil je aandoen? Welk verhaaltje lezen we? Of visualiseer het ritueel. Met pictogrammen aan een wasdraad bijvoorbeeld. Dan kan je je kleuter tonen aan welke stap je al zit, en wat er nog komt.’

‘Loopt het eens wat moeilijker,’ voegt Anoek toe, ‘gebruik dan humor. Wil je peuter zijn tanden niet poetsen, zeg dan dat je zijn tenen gaat poetsen. Door te lachen vergeten ze hun strijd.’

‘Maak ook echt bewust tijd voor het slaapritueel. Het is een moment om helemaal in verbinding te gaan met je kind. Je kan samen de dag overlopen, samen de dag afsluiten. Voor een peuter, die in een grote wereld leeft waarin er veel gebeurt, is dat superbelangrijk..’
 

Houd stand

Maar zelfs met een goed uitgebouwd slaapritueel en een duidelijke slaaproutine kan de dagelijkse trip naar dromenland plots een tijdje minder gaan. Dat is geen reden om je aanpak helemaal ondersteboven te gooien, aldus Anoek. ‘Een kind moet voelen dat je als ouders staat achter wat je doet. Gaat het plots wat minder, blijf dan in die zekerheid staan. Als je peuter wat wankelt en je gaat daar als ouder in mee, dan toon je dat je het ook niet meer weet. Blijf je aanpak aanhouden, weliswaar met wat extra aandacht voor je kind. Dan komt het weer goed.’

‘Bij ziekte is het natuurlijk anders’, benadrukt Lien. ‘Laat dan even de verwachtingen over slaap los. Ziekte staat boven alles. Laat je peuter slapen als dat nodig is, dat helpt de genezing. De slaap stabiliseert zichzelf nadien.’
 

Buikgevoel

Maar wat als jouw peuter zelfs met een voortreffelijke slaaphygiëne, nog altijd voor dag en dauw wakker wordt? Terwijl die van de overburen makkelijk toch na 8 uur vrolijk verder knort. ‘Gemiddeld heeft een peuter zo’n 10 à 14 uur slaap per dag nodig’, maakt Lien duidelijk. ‘Maar het ene kind heeft meer behoefte aan slaap dan het ander. Dat is voor een deel genetisch bepaald. Heb jij weinig slaap nodig, dan is het aannemelijk dat je kind ook geen grote slaper is.’ 

‘Realistische verwachtingen hebben over slaap en je buikgevoel volgen, is meestal de beste weg’, vult Lien aan.